deponeert
- de·po·neert
vervoeging van |
---|
deponeren |
deponeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deponeren
- Jij deponeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deponeren
- Hij deponeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van deponeren
- Deponeert!
- Het woord deponeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.