Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
deponeerde
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
1.4
Verwijzingen
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
deponeerde
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
de·po·neer·de
Werkwoord
vervoeging van
deponeren
deponeerde
enkelvoud verleden tijd van
deponeren
Ik
deponeerde
.
Jij
deponeerde
.
Hij, zij, het
deponeerde
.
▸
Denise hield in elke hand een bord met daarop restjes kaas, toast en worst. In vier stappen overbrugde zij de afstand tot de afvalbak en
deponeerde
de overblijfselen erin.
[1]
Verwijzingen
↑
Suzanne Vermeer
“
All-inclusive”
(2006),
A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht
,
ISBN 90-229-9182-2