delegeerden
- Geluid: delegeerden (hulp, bestand)
- de·le·geer·den
vervoeging van |
---|
delegeren |
delegeerden
- meervoud verleden tijd van delegeren
- Wij delegeerden.
- Jullie delegeerden.
- Zij delegeerden.
- Wij delegeerden.
- Het woord delegeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.