Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
delegeer
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
delegeer
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
de·le·geer
Werkwoord
vervoeging van
delegeren
delegeer
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
delegeren
Ik
delegeer
.
gebiedende wijs van
delegeren
Delegeer
!
(bij inversie)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
delegeren
Delegeer
je?