dekte op
- dek·te op
vervoeging van |
---|
opdekken |
dekte op
- enkelvoud verleden tijd van opdekken
- Ik dekte op.
- Jij dekte op.
- Hij, zij, het dekte op.
- Ik dekte op.
- Het woord dekte op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.