dejeuneerde
- Geluid: dejeuneerde (hulp, bestand)
- de·jeu·neer·de
vervoeging van |
---|
dejeuneren |
dejeuneerde
- enkelvoud verleden tijd van dejeuneren
- Ik dejeuneerde.
- Jij dejeuneerde.
- Hij, zij, het dejeuneerde.
- Ik dejeuneerde.
- Het woord dejeuneerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.