decreteerde
- Geluid: decreteerde (hulp, bestand)
- de·cre·teer·de
vervoeging van |
---|
decreteren |
decreteerde
- enkelvoud verleden tijd van decreteren
- Ik decreteerde.
- Jij decreteerde.
- Hij, zij, het decreteerde.
- Ik decreteerde.
- Het woord decreteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.