• de·cla·reert
vervoeging van
declareren

declareert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van declareren
    • Jij declareert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van declareren
    • Hij declareert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van declareren
    • Declareert!