dechargeer
- Geluid: dechargeer (hulp, bestand)
- de·char·geer
vervoeging van |
---|
dechargeren |
dechargeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dechargeren
- Ik dechargeer.
- gebiedende wijs van dechargeren
- Dechargeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dechargeren
- Dechargeer je?
- Het woord dechargeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.