dealde
- deal·de
vervoeging van |
---|
dealen |
dealde
- enkelvoud verleden tijd van dealen
- Ik dealde.
- Jij dealde.
- Hij, zij, het dealde.
- Ik dealde.
- Het woord dealde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
dealen |
dealde