dartten
- dart·ten
vervoeging van |
---|
darten |
dartten
- meervoud verleden tijd van darten
- Wij dartten.
- Jullie dartten.
- Zij dartten.
- Wij dartten.
- Het woord dartten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
darten |
dartten