danste af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dans·te af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afdansen |
danste af
- enkelvoud verleden tijd van afdansen
- Ik danste af.
- Jij danste af.
- Hij, zij, het danste af.
- Ik danste af.
vervoeging van |
---|
afdansen |
danste af