dankzei
- dank·zei
vervoeging van |
---|
dankzeggen |
dankzei
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van dankzeggen
- ... dat ik dankzei.
- ... dat jij dankzei.
- ... dat hij, zij, het dankzei.
- ... dat ik dankzei.
- Het woord dankzei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.