damasceert
- Geluid: damasceert (hulp, bestand)
- da·mas·ceert
vervoeging van |
---|
damasceren |
damasceert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van damasceren
- Jij damasceert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van damasceren
- Hij damasceert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van damasceren
- Damasceert!
- Het woord 'damasceert' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.