damasceerden
- da·mas·ceerden
vervoeging van |
---|
damasceren |
damasceerden
- meervoud verleden tijd van damasceren
- Wij damasceerden.
- Jullie damasceerden.
- Zij damasceerden.
- Wij damasceerden.
- Het woord 'damasceerden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.