dagteken
- dag·te·ken
vervoeging van |
---|
dagtekenen |
dagteken
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dagtekenen
- Ik dagteken.
- gebiedende wijs van dagtekenen
- Dagteken!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dagtekenen
- Dagteken je?
- Het woord dagteken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.