dagdieft
- dag·dieft
vervoeging van |
---|
dagdieven |
dagdieft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dagdieven
- Jij dagdieft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dagdieven
- Hij dagdieft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dagdieven
- Dagdieft!
- Het woord dagdieft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.