daders
- da·ders
de daders mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord dader
- ▸ Zolang het binnen de fatsoensnormen bleef, lachte hij vriendelijk maar bescheiden met de daders mee.[1]
- Het woord daders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.