Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cros·ses

Zelfstandig naamwoord

de crossesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord cross
Synoniemen


Engels

Zelfstandig naamwoord

crosses mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord cross
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord crosse

Werkwoord

crosses

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van (to) cross