crisismanagers
- cri·sis·ma·na·gers
de crisismanagers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord crisismanager
- ▸ Tevens had hij zich laten verleiden tot een openlijke uitbarsting, hetgeen haaks stond op de normale werkwijze van crisismanagers.[1]
- Het woord crisismanagers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.