crisismanager
- cri·sis·ma·na·ger
- samenstelling van crisis en manager
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | crisismanager | crisismanagers |
verkleinwoord | - | - |
de crisismanager m
- (bedrijfskunde) (beroep) manager die tijdelijk aangesteld wordt om een bedrijf dat in een crisis verkeert er weer bovenop te helpen
- iemand die een crisis binnen een organisatie helpt te beheersen
- ▸ Ik geef leiding aan het segment crisismanagement afdeling Noord-Afrika van toi. (.....) Terwijl ze de Duitse crisismanager recht aan bleef kijken, opende Chantal de rits van haar heuptasje.[1]
- ▸ Tevens had hij zich laten verleiden tot een openlijke uitbarsting, hetgeen haaks stond op de normale werkwijze van crisismanagers.[1]
- Het woord crisismanager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.