coronatesten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·ro·na·tes·ten
Zelfstandig naamwoord
de coronatesten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord coronatest
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- co·ro·na·tes·ten
Naar frequentie | - |
---|
Zelfstandig naamwoord
coronatesten
- nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van coronatest