contrasigneerden
- con·tra·sig·neer·den
vervoeging van |
---|
contrasigneren |
contrasigneerden
- meervoud verleden tijd van contrasigneren
- Wij contrasigneerden.
- Jullie contrasigneerden.
- Zij contrasigneerden.
- Wij contrasigneerden.
- Het woord contrasigneerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.