contextualiseert
- con·tex·tu·a·li·seert
vervoeging van |
---|
contextualiseren |
contextualiseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contextualiseren
- Jij contextualiseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contextualiseren
- Hij contextualiseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van contextualiseren
- Contextualiseert!
- Het woord contextualiseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.