consumeerden
- con·su·meer·den
vervoeging van |
---|
consumeren |
consumeerden
- meervoud verleden tijd van consumeren
- Wij consumeerden.
- Jullie consumeerden.
- Zij consumeerden.
- Wij consumeerden.
- Het woord consumeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.