conquista
- con·quis·ta
enkelvoud | meervoud |
---|---|
conquista | conquistas |
conquista v
- conquista in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
vervoeging van |
---|
conquistar |
conquista
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van conquistar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van conquistar