condoleerde
- Geluid: condoleerde (hulp, bestand)
- con·do·leer·de
vervoeging van |
---|
condoleren |
condoleerde
- enkelvoud verleden tijd van condoleren
- Ik condoleerde.
- Jij condoleerde.
- Hij, zij, het condoleerde.
- Ik condoleerde.
- Het woord condoleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.