concentreerden
- con·cen·treer·den
vervoeging van |
---|
concentreren |
concentreerden
- meervoud verleden tijd van concentreren
- Wij concentreerden.
- Jullie concentreerden.
- Zij concentreerden.
- Wij concentreerden.
- Het woord concentreerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.