• com·pu·te·ri·seert
vervoeging van
computeriseren

computeriseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van computeriseren
    • Jij computeriseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van computeriseren
    • Hij computeriseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van computeriseren
    • Computeriseert!