compromitteerde
- com·pro·mit·teer·de
vervoeging van |
---|
compromitteren |
compromitteerde
- enkelvoud verleden tijd van compromitteren
- Ik compromitteerde.
- Jij compromitteerde.
- Hij, zij, het compromitteerde.
- Ik compromitteerde.
- Het woord compromitteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.