commandeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: commandeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- com·man·deert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
commanderen |
commandeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van commanderen
- Jij commandeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van commanderen
- Hij commandeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van commanderen
- Commandeert!