commanderen
- Geluid: commanderen (hulp, bestand)
- IPA: / kɔmɑnˈderə(n) / (4 lettergrepen)
- com·man·de·ren
- van Frans commander (met het achtervoegsel -eren), in de betekenis van ‘bevelen’ voor het eerst aangetroffen in 1590 [1][2][3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
commanderen |
commandeerde |
gecommandeerd |
zwak -d | volledig |
commanderen
- overgankelijk direct dwingend leiding geven aan
- ▸ Als het erop aankomt, heeft Dafne het laatste woord. Ik heb in het eerste jaar van onze samenwerking al geleerd dat ik haar niet kan commanderen. Dat werkt niet bij Dafne. Ze geeft het ook aan als ik te dicht op haar huid zit, dat ze dingen zelf wil doen. Dat ze dat zelf in kan schatten, is iets van de laatste anderhalf jaar. In het begin hadden we veel meer een afhankelijkheidsrelatie. Ze is inmiddels zelfstandiger. Ik vind dat niet moeilijk. Een coach hoort op den duur steeds meer een adviseur te worden. En Dafne is net als ik een control freak, zelfkritisch. Dat schept vertrouwen.”[4]
- overgankelijk korte krachtige instructies geven
- ▸ Een man komt aansjokken, opent het portier en vraagt naar mijn instapkaart, die ik laat zien op mijn mobiel. „Paspoort ook”, commandeert hij nors.[5]
- [1] commandeer je hondje en blaf zelfdoe niet alsof je de baas bent
1.
2. bevelen
- Het woord commanderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "commanderen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ commanderen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "commanderen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Bart Bennema geciteerd door Dennis Meinema“ (21 mei 2016) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Nina Jurna“Witte elite pakt de macht terug van de inheemsen” (16 november 2019) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be