colloqueer
- Geluid: colloqueer (hulp, bestand)
- col·lo·queer
vervoeging van |
---|
colloqueren |
colloqueer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van colloqueren
- Ik colloqueer.
- gebiedende wijs van colloqueren
- Colloqueer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van colloqueren
- Colloqueer je?
- Het woord colloqueer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.