coïncideert
- Geluid: coïncideert (hulp, bestand)
- co·in·ci·deert
vervoeging van |
---|
coïncideren |
coïncideert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coïncideren
- Jij coïncideert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coïncideren
- Hij coïncideert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van coïncideren
- Coïncideert!
- Het woord coïncideert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.