• coëxis·ten·tie, co·exis·ten·tie

de coëxistentiev

  1. verouderde spelling of vorm van co-existentie tot 2006
43 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be