clove
clove v
- kloof, spleet, reet
- ...dat hi cloven hadde in sine knien van vele veniën
- klem, val
- ...,so mijddi des duvels cloven.
- het huisje waarin het tongetje van de weegschaal zich beweegt
- Hier bi es hi sculdich elken mensche rechtleke te weghene ende te ghevene siin rechte ghewichte, dat men heet recht clove ghewichte.[1]
- ↑ Middelnederlandsch woordenboek van Eelco Verwijs, Jacob Verdam 1885 M. Nijhoff