• claxon·neert
vervoeging van
claxonneren

claxonneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van claxonneren
    • Jij claxonneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van claxonneren
    • Hij claxonneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van claxonneren
    • Claxonneert!