citytript
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ci·ty·tript
Werkwoord
vervoeging van |
---|
citytrippen |
citytript
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van citytrippen
- Jij citytript.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van citytrippen
- Hij citytript.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van citytrippen
- Citytript!
Gangbaarheid
- Het woord citytript staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.