Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Voorkeuren
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
ciseleer
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
ciseleer
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
ci·se·leer
Werkwoord
vervoeging van
ciseleren
ciseleer
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
ciseleren
Ik
ciseleer
.
gebiedende wijs van
ciseleren
Ciseleer
!
(bij inversie)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
ciseleren
Ciseleer
je?