chemiseer
- che·mi·seer
vervoeging van |
---|
chemiseren |
chemiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chemiseren
- Ik chemiseer.
- gebiedende wijs van chemiseren
- Chemiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chemiseren
- Chemiseer je?