• IPA: /xtsɛtɛ/
  • chce·te

chcete

  1. formeel tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord chtít: (u) wilt
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord chtít: (jullie) willen