• cha·pe·ron·neert
vervoeging van
chaperonneren

chaperonneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chaperonneren
    • Jij chaperonneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chaperonneren
    • Hij chaperonneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van chaperonneren
    • Chaperonneert!