chaperonneerden
- cha·pe·ron·neer·den
vervoeging van |
---|
chaperonneren |
chaperonneerden
- meervoud verleden tijd van chaperonneren
- Wij chaperonneerden.
- Jullie chaperonneerden.
- Zij chaperonneerden.
- Wij chaperonneerden.
- Het woord chaperonneerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.