centralistischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cen·tra·lis·ti·schers
Bijvoeglijk naamwoord
centralistischers
- partitief van de vergrotende trap van centralistisch
Gangbaarheid
- Het woord 'centralistischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.