• cc·en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
cc'en
cc'de
ge-cc'd
zwak -d volledig

cc'en

  1. iemand een e-mail in cc sturen, een kopie van de e-mail aan iemand sturen
    • Een kopie van mijn e-mail cc'en ze naar vrienden.