catert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·tert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
cateren |
catert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cateren
- Jij catert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cateren
- Hij catert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van cateren
- Catert!
Gangbaarheid
- Het woord catert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.