catechiseerden
- ca·te·chi·seer·den
vervoeging van |
---|
catechiseren |
catechiseerden
- meervoud verleden tijd van catechiseren
- Wij catechiseerden.
- Jullie catechiseerden.
- Zij catechiseerden.
- Wij catechiseerden.
- Het woord catechiseerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.