Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·ta·lo·geert

Werkwoord

vervoeging van
catalogeren

catalogeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van catalogeren
    • Jij catalogeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van catalogeren
    • Hij catalogeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van catalogeren
    • Catalogeert! 

Gangbaarheid