carnavalsvierders

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  carnavalsvierders    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• car·na·vals·vier·ders

Zelfstandig naamwoord

de carnavalsvierders mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord carnavalsvierder

Gangbaarheid

• Het woord carnavalsvierders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.