• car·co·ma
enkelvoud meervoud
carcoma carcomas

carcoma v

  1. (kevers) houtworm
vervoeging van
carcomer

carcoma

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van carcomer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van carcomer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van carcomer